Jan van Hoof (43) begon iets meer dan 12 jaar geleden met de verkoop en implementatie van het menumanagementsysteem Delegate in verschillende branches. Gaandeweg zag hij dat er behoefte was aan een totaaloplossing, waarvan het menumanagementsysteem slechts een onderdeel was. Jan is toen gaan kijken naar welke aanvullende diensten en producten interessant waren voor zijn relaties. Daar kwam een white-label gastenapp bij om contact met gasten te leggen. Later kwam daar ook digital signing bij, met bijvoorbeeld het menu, maar ook voedingswaarden, Nutri-Scores, allergenen, keurmerken en ook nog de CO2-impact. En dat laatste neemt BrightGreen voor zijn rekening. Daarin helpen ze relaties met het berekenen van de verwachte CO2-impact van een menukaart. Hij heeft toen Fooditis opgericht om BrightGreen en Delegate onder één paraplu samen te brengen. Wij spraken met Jan over de markt waarin hij opereert, de tegenslagen die hij kende als ondernemer, zijn stip op de horizon, zijn lievelingsontbijt en nog veel meer.

Binnenkijken bij...
Binnenkijken bij Fooditis (en Bright Green en Delegate Benelux) van Jan van Hoof

“Bij ons komen voedingsdeskundigen, koks, diëtisten en verandermanagers samen om organisaties te helpen bij de optimalisatie van het hele proces dat met eten en drinken te maken heeft.”
In welke branche zijn jullie actief?
“Onze primaire markt betreft de bedrijfscateraars. Grote cateraars die de maaltijdvoorzieningen doen in bedrijfsrestaurants. Daarnaast werken we met cateraars die in de horeca zitten, zoals Albron. Ook zijn we actief in de zorg, onder te verdelen in de ziekenhuizen en de productiekeukens van de langdurige zorg. Bij de ziekenhuizen loopt de complete patiëntenvoeding via ons systeem. Daar kan een patiënt op basis van diens profiel via een tablet zien wat het geschikte aanbod voor diegene is. Alles wat er na bestelling voor nodig is, van de printer in de keuken tot het aangeven naar welk bed het eten moet, doen we met ons systeem. Dat doet Delegate vooral. Als je naar BrightGreen kijkt, zitten we ook in de leisure-markt, in hotels en fastfoodketens, dus dat is weer anders.”
Dus, als je het samenpakt, wat doen jullie dan?
“Bij ons komen voedingsdeskundigen, koks, diëtisten en verandermanagers samen om organisaties te helpen bij de optimalisatie van het hele proces dat met eten en drinken te maken heeft. Van het voorbereidende werk en de boekhouding, tot het aansturen van de kassabon. We leveren niet de software of hardware voor het afrekenen bij de kassa, maar wij kunnen wel zorgen dat die kassa’s gevuld worden met de juiste verkoopartikelen die ze aanbieden en het voorraadbeheer. Het hele proces dus inderdaad.”
Care Culinair zit hier ook in Jamfabriek, is dat een concurrent?
“Nee, zij leveren geen menumanagementsysteem, maar zij trainen de gastvrouw of gastheer om te zorgen dat het eten op de juiste manier bereid en geserveerd wordt. Zij zitten dus meer in de consultancy rol en wij zitten meer in de software en data die erachter zit. Ons product is eerder ondersteunend in hun werk dan dat we concurrenten zijn.”
Even over jou: wat ontbijt jij?
“Ik begin vaak met een bakje koffie. Vervolgens maak ik een wandeling met de hond en daarna ontbijt ik, altijd hetzelfde: een kom magere yoghurt met muesli.”
Waar sta je ’s ochtends voor op?
“Om onze relaties verder te helpen. Om na te denken over wat er nog meer mogelijk is. Altijd met de missie om te zorgen dat we echt de perfecte maaltijden kunnen serveren aan de mensen.”
“Ik zie wel een toekomst voor me waarin we door de juiste dataverzameling precies kunnen voorspellen waar iemand op een bepaalde dag behoefte aan heeft, zodat we dat dan ook serveren.”
Wat is jouw stip op de horizon?
“Mijn moeder woont momenteel nog heel fijn zelfstandig, maar mocht ze ooit in een verzorgingstehuis terechtkomen, dan zou ik het prachtig vinden als we haar écht op haar wenken kunnen bedienen. Ik zie wel een toekomst voor me waarin we door de juiste dataverzameling precies kunnen voorspellen waar iemand op een bepaalde dag behoefte aan heeft, zodat we dat dan ook serveren.”
Wordt er nu nog te weinig naar de persoonlijke wensen gekeken?
“Daar wordt nog heel weinig naar gekeken, maar dat komt ook omdat het heel complex is. Zeker zonder data is het onmogelijk om in te spelen op alle persoonlijke wensen. Als je de data hebt, bijvoorbeeld de historie van eetpatronen van mensen, kun je daarop inspelen. Ik geloof wel echt dat dat kan bijdragen aan levensgenot van vooral ook ouderen, waar eten en drinken toch een belangrijke rol speelt als geluksmomentjes. Ik denk dat we daar nog heel veel kunnen winnen door middel van dataverrijking. Dat is voor mij ook echt een drive, waarom ik dit doe en waarom ik het leuk vind om mee bezig te zijn.”
Ik zag dat Efteling ook een klant was, wat doen jullie voor hen?
“Efteling kijkt heel bewust naar hun aanbod. Daarin willen ze bijvoorbeeld het liefst CO2-neutraal zijn en willen ze een bepaald percentage plantaardige voeding aanbieden. Wat wij dan doen, is het maken van een nulmeting. We stellen de vraag: waar staan ze nu? Vervolgens kijken we waar de grootste impact zit en gaan we kijken wat voor producten we kunnen serveren, waardoor nieuwe doelen bereikt kunnen worden. Bijvoorbeeld door meer te sturen richting seizoensproducten. Het is niet zo dat een kok dat niet weet, maar een kok is bezig met lekker eten bereiden, niet met CO2-reductie. Daar komen wij dan om de hoek kijken.”
Kun je nog een concreet voorbeeld noemen van een case?
“Er was een zorgorganisatie voor ouderen waar we zagen dat er aan de inkoopkant een flinke hoeveelheid aan suikers binnenkwam. Die suikers gaan dus ook geserveerd worden aan de ouderen, die dat eigenlijk niet veel nodig hebben. Wat bleek? Het grootste deel van die suikers zat in de frisdrank. Toen kwam snel de vraag: waarom hebben we geen light-varianten? Die oplossing leek bijna te makkelijk, maar dat komt omdat de mensen die die frisdrank inschenken daar helemaal niet mee bezig zijn. Wij hebben ze daarop geattendeerd en binnen no time was de hoeveelheid suiker met tien procent gedaald.”
Jan over de manier waarop ze koks duidelijk maken wat de CO₂-impact is van voedingsmiddelen.“We doen het door middel van een scoresheet. Die werkt met kleuren, net als bij Nutri-Score, maar dan op het gebied van CO₂.”
En dat doen jullie dus ook met CO2?
“Ja, maar dat leggen we niet uit aan de hand van cijfers, want dat is veel te complex. We doen het door middel van een scoresheet. Die werkt met kleuren, net als bij Nutri-Score, maar dan op het gebied van CO2. Van A, wat groen is, dus goed, tot aan E, wat rood is, dus niet goed. Zo kan een kok op een makkelijke manier kiezen voor minder CO2, zonder dat dat veel moeite kost. Het is eigenlijk op een hele simpele manier bewust maken van waar ze mee bezig zijn.”
Hoe ben je terechtgekomen waar je nu bent als ondernemer?
“Ik heb eerst hotelschool gedaan, waarna ik meerdere interim jobs gedaan heb bij een grote hotelketen en een conferentiecentrum. Toen kwamen er kinderen in beeld en heb ik bewust gekozen voor vaste dienst bij Sodexo, een bedrijfscateraar. Toen ben ik in contact gekomen met dat menumanagementsysteem, Delegate, en dacht ik: hier is nog zo veel te winnen, daar moet ik iets mee. Mijn kinderen waren iets meer op leeftijd en mijn vrouw was net gestopt met werken, waardoor er ruimte kwam om te ondernemen. Dat is elf jaar geleden en is denk ik heel mooi uitgepakt.”
Heb je in die 12 jaar tegenslagen gekend?
“Ik noem het geen tegenslagen, maar lessons learned. Het zijn geen mislukkingen. Als je gaat ondernemen, neem je risico en er is geen handboek dat je kan volgen. Het is het lot van een ondernemer dat je tegen dingen aanloopt. Zo heb ik op een bepaald moment bij best een grote relatie de stekker eruit getrokken, omdat bleek dat zij hun zaken intern nog niet op orde hadden. Dat was een dure les. Het heeft veel geld, energie en frustratie gekost, maar toen het besluit was genomen, viel er bij veel medewerkers ook een last van hun schouders. Daardoor weet je wel dat je een goede keuze hebt gemaakt.”
“Uiteindelijk doen we tegenwoordig niet per definitie wat de klant wil, maar wat wij denken dat het beste is voor de klant.”
Wat heb je daarvan geleerd?
“Als we nu een aanvraag krijgen en zien dat iets technisch gezien misschien zou kunnen, maar praktisch gezien niet, dan geven we dat vooraf aan. We weten nu ook dat er bijvoorbeeld vijf man nodig is voor het beheer van data. We stellen dan als voorwaarde dat ze daar mensen voor aannemen. Als zij aangeven dat ze dat niet doen, werkt het niet. Uiteindelijk doen we tegenwoordig niet per definitie wat de klant wil, maar wat wij denken dat het beste is voor de klant. We hebben dus ook geleerd dichter bij onszelf te blijven en durven ook ‘nee’ te zeggen. Dat is wel een les die we geleerd hebben, denk ik.”
Kun je je nog herinneren wanneer je in Jamfabriek terechtkwam?
“Dat is inmiddels alweer zo’n negen jaar geleden. Ik was toen op zoek naar een plek en ik had een gesprek bij een bedrijf dat hier al gevestigd zat. We besloten toen om hier een werkplek te gaan huren. Dat was niet per se in de community, maar wel in het gebouw. Toen ze hier gingen verbouwen, zijn we met een aantal bedrijven naar De Gruyter Fabriek gegaan als tijdelijke oplossing. Daar ontstond wel de interactie. Toen we vervolgens teruggingen naar Jamfabriek, stond er meteen een community.”
Jan over Jamfabriek als huisvesting.“We gebruiken ook graag de sportruimte. Zo gaan we met het hele team aan de slag met een personal trainer.”
Vind je de community een meerwaarde?
“Zeker! Als je gewoon in een bedrijfsgebouw zou zitten waar geen affiniteit is met elkaar, dan ben je gewoon huurder. Dat zou ik nu nooit meer willen. Ik vind dit echt een absolute meerwaarde als het gaat over werkplekbeleving. We gebruiken ook graag de sportruimte. Zo gaan we met het hele team aan de slag met een personal trainer. Ook lunchen we samen beneden. Eigenlijk maken we echt volledig gebruik van de community.”
Heb je nog tips met betrekking tot de community?
“We hebben een jaar geleden bij elkaar gezeten en toen misten we nog een beetje dat de verschillende bedrijven op een leuke manier bij elkaar gebracht worden. Op een andere manier dan een borrel of een barbecue. Dat is sindsdien een stuk meer, bijvoorbeeld door inspiratiesessies met een spreker, de JAM-Talks. Dat is heel leuk, omdat je elkaar steeds beter leert kennen. Dat is echt van grote waarde.”
Jans gouden tip aan de volgende generatie foodondernemers.“Zoek contact. Alle ondernemers hier hebben allemaal dezelfde struggles meegemaakt die jij ook mee gaat maken. Durf te vragen, dan word je het beste geholpen.”
Om af te sluiten: wat is jouw gouden tip aan de nieuwe generatie foodondernemers?
“Zoek contact. Alle ondernemers hier hebben allemaal dezelfde struggles meegemaakt die jij ook mee gaat maken. Durf te vragen, dan word je het beste geholpen.”
meer weten over Fooditis?